Filmanalyse – schrik

1. De rol van de kijker – probeer te beschrijven welk effect de film had. Werd je er bijvoorbeeld vrolijk van of juist verdrietig van, was het eng, stockerend, verrassend, spannend, grappig? Leg kort uit waarom.

Het was een spannende en verrassende film omdat de hoofdpersonen elkaar laten schrikken en dan kan je nou niet echt weten of het weer een grap is of dat het echt is.

2. Genre – Bepaal onder welke genre de film valt. Is het bijvoorbeeld een thriller, komedie, sciencefiction-, horror-, misdaad- of dramafilm.

Deze film is vooral een dramafilm.

3.Verhaal – geef een korte beschrijving van de verhaallijn (begin-midden-eind) en verwerk daarin de ontwikkeling van de belangrijkste en/of opvallende personages.

Een man(Olivier)  en zijn vrouw (Barbera) halen grapjes met elkaar uit door elkaar te laten schrikken. Maar de grapjes werden steeds erger en het laatste grapje was iets te erg en dat liep af in een drama.

4. Acteren –  1. Welke personage uit de film kwam het meest overtuigd over? Leg kort uit waarom. Doe hetzelfde voor het personage dat het minst overtuigend overkwam.

2. Waar ligt de nadruk van het verhaal? Op het verhaal zelf, op de thematiek of juist op de (psychologische) ontwikkeling van de personages?

Op het verhaal zelf er zit een moraal in. Dat je grappen mag maken maar het moet niet te erg worden.

5. Art direction – in hoeverre is er sprake van een opvallend gebruik van locatie, decors, belichting, kleding en make-up? Sluit de art direction aan bij het verhaal van de film? Geef enkele voorbeelden.

De make-up vond ik erg goed. Het bloed bij de vinger vond ik erg goed. En die afgesneden vinger leek ook erg echt. Er is ook voor gekozen om het bij spannende scenes donker te maken. De art direction sluit goed aan bij de film.

6. Camera – 1. Typeer het cameragebruik in de film. Is het cameragebruik rustig, onrustig, langzaam of snel?

Het camera gebruik was redelijk rustig en er word veel gebruik gemaakt van medium shots.
 

2. In hoeverre wordt er opvallend gebruik gemaakt van ‘ongewone’ camerastandpunten en camerabewegingen? Geef een voorbeeld van een scene waarin dat gebeurt.

Daar wordt vrij weinig gebruik van gemaakt. Het is de hele tijd een medium shot gebruikt.

7. Montage – 1. Typeer de montage als opvallend, onopvallend, druk, traag. En probeer uit te leggen welk effect deze manier van monteren heeft.

De montage in deze film is onopvallend dat zorgt er voor dat je niet teveel wordt afgeleid en dat je daarom goed op de personen kunt letten.

2. is er een continue of discontinue vertelwijze te onderscheiden? Wat is hiervan de functie?

Er is een continue. Dat zorgt ervoor dat er een gewone tijd verloopt van ochtend tot avond.

8. Geluid - Heeft het geluid een aparte functie in het verhaal of draagt het ‘gewoon’ bij aan het verhaal zonder extra betekenis.

Het geluid maakt het in sommige momenten spannender.

9. Betekenis – Heeft de regisseur een bepaalde bedoeling met de film? ‘leert’ de film iets? Levert de film bijvoorbeeld commentaar op een situatie of gebeurtenis? Hoe is dat commentaar verwerkt in de film? Maakt de regisseur bijvoorbeeld gebruik van een bepaalde symboliek? Zo ja, welke?

Hij wilt duidelijk maken dat je grapjes mag maken maar dat het niet te ver moet gaan. Dan kan het zorgen voor problemen.

Genres

1. Filmgenre die ik goed ken Actie film – een actiefilm is een film waarbij de actie in de film belangrijker zijn dan het verhaal. Typisch voor een actie scene zijn langdurige gevechten, achtervolgingen, explosies. Het draait meestal om een held die tegen de ‘’slechteriken’’ moet vechten en die wint op het einde ook altijd. Die helt is over het algemeen een man.

Rond 1962 begonnen de actiefilms op gang te komen met als bekende films: James Bond, The A team, Indiana Johns. De effecten waren in die tijd nog niet altijd even goed als nu. Met namen de speciale effecten. Die kunnen nu op de computer gemaakt worden vroeger hadden ze daar de technieken niet voor om dat te doen.

2. Filmgenre die ik niet goed ken roadmovie – Meestal gaat een roadmovie over 2 mensen, die onderweg zijn. Al reizend komt iets moois tot stand of maken ze van alles mee. Ze maken meestal ook een mentale rijs door. Ze veranderen langzaam aan van personlijkheid. Ze vertrekken van huis om door een bepaald gebied te trekken. Ze gaan weg om hun gedachten een beetje leeg te maken en om aan andere dingen te denken.

De roadmovies kwamen langzaam aan tot stand na de tweede wereld oorlog. Omdat toen de auto industrie hard op gang kwam. Roadmovie werd pas en genre in de jaren 60 met de film Easy Rider. Zelf heb ik ooit een hele leuke roadmovie gezien. Dit was Paul. Ik heb hier echt van genoten.